Dierenleed

Kleding is meer dan alleen een stukje stof. Het is een krachtig middel van zelfexpressie. Elke outfit die we kiezen, communiceert niet alleen onze persoonlijke smaak, maar ook onze identiteit en waarden. Mode bepaald trends en wat als trendy en gewenst wordt beschouwd. Met deze invloed komt echter ook verantwoordelijkheid. Toch komt het nog steeds voor dat de mode-industrie veel schade aanricht, door de vraag te creëren naar producten die dierenleed veroorzaken.

Elk jaar lijden miljoenen wilde dieren onder mishandeling en gewelddadige slachting, voor gebruik en winst in de mode-industrie. Nog steeds zijn er modemerken die onvoldoende vooruitgang boeken naar meer innovatieve en menselijk geproduceerde alternatieven. Ondanks de ernstige misstanden op het gebied van dierwelzijn, gebruikt 18% van de merken nog steeds materialen die afkomstig zijn van wilde dieren, zoals bont, exotische huiden en veren.

“There’s no way to transform a wild animal into a coat, bag or shoe without causing immense suffering.”

– World Animal Protection

Bont

Exotische huiden

In de luxe mode-industrie wordt regelmatig gebruik gemaakt van exotische reptielen huiden, zoals slangen, hagedissen en krokodillen. Tassen van krokodillenleer worden verkocht voor hoge bedragen door luxe designermerken. Sommige van deze merken niet alleen afnemers van deze huiden, maar hebben zelfs eigen krokodillenboerderijen. De dieren op dergelijke boerderijen worden vaak levend gevild na een kort leven in krappe, onhygiënische omstandigheden die niet voldoen aan hun basisbehoeften.

Niet alleen reptielenhuiden zijn populair in de mode-industrie, maar ook bijvoorbeeld struisvogelhuiden zijn populair. Dit komt doordat de verhoogde, cirkelvormige vlekken op de struisvogelhuid, waar de veren geplukt worden, als een aantrekkelijk patroon voor dure designertassen wordt beschouwd. Op boerderijen worden veel struisvogels op kale weilanden gehouden, waar ze vaak dicht op elkaar zitten en niet genoeg ruimte hebben om natuurlijk gedrag te vertonen.

Leer

De wereldwijde leerindustrie is zeer winstgevend, met een geschatte waarde van $420 miljard. De leerindustrie  draagt sterk bij aan de uitbuiting van dieren. Er wordt geschat dat maar liefst een miljard dieren jaarlijks wordt geslacht voor hun huid. Hierbij gaat het vooral om geiten, paarden, kamelen, buffels, schapen, runderen en varkens. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is leer geen bijproduct van de vleesindustrie.

Ook kangoeroeleer is een veelgebruikt materiaal in de mode-industrie. Australië verscheept jaarlijks drie miljoen kangoeroehuiden, met een waarde van ruim $12 miljoen. Om het leer te verkrijgen, worden kangoeroes ’s nachts neergeschoten in de Australische outback. Volgens een jachtcode moeten jagers de kangoeroes één keer in het hoofd schieten om ze op een ‘humane’ manier te doden. Echter worden de dieren in realiteit vaak in de keel geschoten of worden de kaken eraf geschoten.

Wol

Hoewel wol als natuurlijk en duurzaam wordt gezien, zijn er ethische zorgen over de behandeling van dieren in de wolindustrie. Schapen worden gefokt om overmatig veel wol te produceren, wat kan leiden tot problemen zoals oververhitting en huidproblemen. De dieren worden hierbij ook vaak mishandeld, doordat scheerders snelheid willen behalen tijdens het scheerproces.

Australië is ’s werelds grootste wolproducent, verantwoordelijk voor 75% van de wereldwijde wolproductie. 70% van de merinowol producerende schapen in Australië moeten echter mulesing ondergaan. Dit is een praktijk waarbij stukken huid zonder verdoving worden weggesneden, zodat littekenweefsel ontstaat. Dit maakt het schaap meer bestand tegen flystrike, een pijnlijke aandoening veroorzaakt door vliegenbeten, waarbij vliegen eitjes leggen en de larven zich voeden met huid en vlees. Deze inhumane behandeling wordt uitgevoerd op lammeren en is zeer traumatisch voor een schaap. Schapen die deze behandeling hebben ondergaan socialiseren minder en vertonen langdurige gedragsindicatoren voor pijn.

Wol wordt niet alleen verkregen van schapen, maar ook van dieren zoals kasjmirgeiten, alpaca’s en angorakonijnen. Angorawol is een van de meest gewilde materialen voor zachte truien en wordt voor 90% geproduceerd in China. Op Chinese angorawolboerderijen worden de konijnen veelal levend geplukt, zodat het haar zo lang mogelijk is en meer oplevert. Mannelijke angorakonijnen worden vaak direct na de geboorte gedood, omdat ze minder wol produceren en vrouwtjes worden meestal na een enkele aantal jaren bruut gedood, omdat dan hun vachtgroei begint af te nemen.

Veren

Gevoerde kleding, zoals winterjassen, bevatten verendons. Deze dons is voornamelijk afkomstig van eenden en ganzen. Alle dons is afkomstig van vogels die levend zijn geplukt of geslacht. De grootste hoeveelheid dons is afkomstig van boerderijen waar de vogels onder zeer slechte omstandigheden leven. Sommige boerderijen nemen soms zelfs drastische maatregelen, zoals het snijden of verbranden van snavels, om agressie tussen vogels te voorkomen.

Ook zijn er veren die voor meer decoratieve doeleinden worden gebruikt in de mode-industrie, zoals de veren van pauwen en struisvogels. Het levend plukken van struisvogels is illegaal in de meeste gebieden waar ze worden gekweekt. Echter is het levend plukken van vogels in Zuid-Afrika een veelvoorkomende praktijk. Op een leeftijd van slechts zes of zeven maanden oud worden de veren van de vogel volledig geplukt. Dit wordt gedaan om ervoor te zorgen dat hun veren gelijkmatig terug groeien tegen de tijd dat ze worden geslacht. Veren van uniforme grootte en vorm die gemakkelijker te verkopen zijn voor gebruik in kleding en accessoires. Een tweede pluk vindt plaats vlak voor de slacht.

Zijde

Miljarden zijderupsen worden jaarlijks gedood tijdens de zijdeproductie, een industrie die ook sterk afhankelijk is van dwangarbeid en kinderuitbuiting. De productie begint met zijderupsen die cocons spinnen, waarin zij verblijven voordat zij zich ontpoppen tot motten. Om de kostbare zijdevezels te beschermen, worden de cocons vaak ondergedompeld in kokend water of op een andere manier behandeld met hitte. deze processen maken het gemakkelijker om de cocon af te wikkelen tot één ononderbroken draad, die vervolgens tot zijden draad kan worden geweven. Dit proces heeft echter als gevolg dat de zijderupsen levend worden gekookt. Voor de productie van 1 kg zijde worden ongeveer 6.600 zijderupsen gedood.

Maak een website of blog op WordPress.com